LE LIVRE DES MORTS DU NEUFMOUSTIER À HUY 1130-1787 (kcg)


In de eerste jaren van de twaalfde eeuw heeft zich spontaan een gemengde gemeenschap gevormd in een buitenwijk in de stad Hoei (Huy), waarschijnlijk ter nagedachtenis van priester Pieter, genaamd de Kluizenaar. Op 21 september 1130 wijdde de bisschop van Luik, Alexander I, de kerk van Neufmoustier in, die net gebouwd was. Het staat vast dat de religieuzen vanaf dat ogenblik de regel van de heilige Augustinus volgden. Het manuscript van het liber capituli van dit reguliere kapittel is gelukkig bewaard gebleven, maar heeft helaas enkele beschadigingen ondergaan. Het werd ontworpen rond 1130, en werd verder aangevuld doorheen de eeuwen ; wat betreft de overlijdensberichten gebeurde dit tot in 1787. Voor de late middeleeuwen bevat dit repertorium van overledenen bevat tal van gegevens die onze kennis in het vlak van de stedelijke, de economische en de sociale geschiedenis verrijkt. Deze bron is echter ook van belang voor de studie van de mentaliteit, de cultus en de liturgie, en zelfs van de Maaslandse goudsmeedkunst. Vanaf het einde van de vijftiendeeeuw werden de vermeldingen echter zeldzamer en eerder episodisch van aard wat betreft de leken − slechts acht personen – omdat het repertorium in feite voorbehouden werd voor de hoogwaardigheidsbekleders en voor enkele leden van het kapittel van Hoei. De huidige editie van het Dodenboek van Neufmoustier is hoofdzakelijk gebaseerd op het originele manuscript bewaard in Grand Curtius; de lacunes veroorzaakt door het verlies van enkele bladen werden grotendeels gecompenseerd door kopieën gerealiseerd door een voorzanger van het kapittel op het einde van de zeventiende eeuw en bewaard in het Rijksarchief van Luik.


Toutes les monographies

Plus de monographies