BULLETIN DE LA COMMISSION ROYALE D’HISTOIRE, VOL. 187, 2021


Falco Van Der Schueren, “Sacent tout et cetera. Een vijftiende-eeuws formulierboek als unieke schriftelijke getuige van laatmiddeleeuwse vrijwillige rechtspraak in Henegouwen (U.B.G., hs. 2304)” (p. 5-64) :

Ongeveer honderd jaar geleden werd vanuit het Rijksarchief van Bergen een vijftiende-eeuws formulierboek overgebracht naar de Gentse Universiteitsbibliotheek, waar het sindsdien deel uitmaakt van de rijke middeleeuwse handschriftencollectie. Door deze ruiltransactie bleef het manuscript gespaard van de desastreuze brand die het archiefdepot in de Henegouwse hoofdstad zou treffen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tot nog toe heeft deze bron niet veel van haar geheimen prijsgegeven en bleef een diepgaande studie ervan uit. Het formulierboek biedt evenwel een unieke inkijk in de laatmiddeleeuwse organisatie van de vrijwillige rechtspraak binnen het graafschap Henegouwen en levert enkele belangrijke indicaties op over de specifieke rol daarin van onder meer grafelijke leenmannen of hommes de fief. Gezien de waarde van dit handschrift dringt zich een kritische teksteditie op om de inhoud ervan toegankelijker te maken. Aan die nood wil deze bijdrage in de eerste plaats tegemoetkomen, maar inleidend beoogt ze evenzeer om (1) dieper in te gaan op de feiten die reeds gekend zijn; (2) alternatieven te formuleren om eertijdse interpretaties te nuanceren; (3) een aanzet te geven tot bijkomend onderzoek om hiaten op te vullen.

Christian De Borchgrave en Bert Verwerft, “Een facet van de diplomatieke cultuur: geloofs-, volmacht-, instructie- en vrijgeleidebrieven in het begin van de vijftiende eeuw” (p. 65-93):

De juridificering en de toenemende verschriftelijking van het Bourgondische bestuur tekenden, samen met een hoofse cultuur, de contouren van de Bourgondische diplomatie. De professionalisering van het diplomatieke bedrijf ten tijde van hertog Jan zonder Vrees (1404-1419) werkte de specialisatie en formalisering van diplomatieke documenten in de hand. Deze bijdrage biedt een waaier van de meest gebruikte types van diplomatieke documenten: de geloofsbrieven, de volmachtbrieven, de (toonbare en niet-toonbare) instructiebrieven en de vrijgeleidebrieven.

Amable Sablon du Corail, “Quand l’État reprend ses droits. Guerre, économie rurale et enquêtes administratives en Flandre au temps de Maximilien d’Autriche (1484, 1495)” (p. 95-141):

La guerre, à l’époque médiévale et moderne, perturbe gravement l’économie et entraîne la suspension du fonctionnement normal des institutions, voire leur effondrement temporaire. Celles-ci, pourtant, ne tardent pas à réagir par la mise en œuvre de procédures administratives complexes tendant à restaurer leur emprise sur la société. Sont ici présentées deux enquêtes menées par la Chambre des comptes de Lille en 1486 et 1495, la première à la demande du fermier du domaine comtal de Ninove, la seconde sollicitée par le receveur de l’Extraordinaire de Flandre. L’enquête de Ninove livre de précieuses informations sur les conséquences de la guerre sur la démographie, la main d’œuvre et l’agriculture. On y voit que quelques mois d’opérations militaires suffisent à faire chuter d’un tiers ou de la moitié le produit d’un cycle triennal entier. L’information sollicitée par le receveur de l’Extraordinaire de Flandre, quant à elle, révèle les obstacles que devait surmonter un officier du prince dans l’exercice de ses fonctions. Les deux documents illustrent toute l’importance de la routine dans le développement de l’État : le discours de « rationalité administrative » porté par les Chambres des comptes était en effet rendu performatif non par l’efficacité des procédures de contrôle, mais par leur répétition.


Tous les bulletins

Plus de bulletins