Home
 

Veranderd op 14.03.2008
© CRH
  Nieuwigheden

Gepubliceerd
  • Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 172, 2006, 283 p.

    Naast het administratieve gedeelte (vergaderingen in 2005 en jaarverslag 2004) omvat dit volume een belangrijke wetenschappelijke bijdrage van Olivier Vanderhaegen, die daarvoor werd bekroond met de Prijs Bryce and Mary Lyon. De auteur verzorgt de editie van La correspondance de dom Nicolas Spirlet, dernier abbé de Saint-Hubert avec Patrice-François de Neny, chef-président du Conseil privé des Pays-Bas autrichiens (1760-1782). Het gaat om 182 brieven, waarvan 60 van de Neny, die werden aangetroffen in verschillende archieven. Deze documenten bieden niet alleen inzicht in de politieke geschiedenis van de betrokken periode, maar onthullen in de privé-elementen van deze briefwisseling ook minder bekende aspecten van beide figuren. Spirlet, een moeilijk man, koesterde persoonlijke ambities; hij wenste dat zijn gebied een bisdom zou worden waarvan hij zelf bisschop wilde worden. Hij trad al lang op als informateur en zelfs als bemiddelaar van de regering in Brussel, met name in de betrekkingen met het prinsbisdom Luik en met Frankrijk. Hij zocht steun bij de koning om zijn conflicten met zijn monastieke gemeenschap of met de aan zijn jurisdictie onderworpen inwoners op te lossen. De volledige briefwisseling geeft de bijzonder ingewikkelde situatie van een gebied met feodale structuren en klassieke heerlijkheden goed weer; bovendien heeft de internationale politiek ook belangstelling voor het bewuste gebied. Als gevolg van zijn geografische ligging wekt het de hebzucht op van vreemde mogendheden.

Laatst verschenen werken:
  • A34
    Recueil de documents relatifs à l'histoire de l'industrie drapière en Flandre.
    Deuxième partie. Le Sud-Ouest de la Flandre depuis l'époque bourguignonne, t. IV, Tables
    , par Stijn MEERSSEMAN, XIII-89 p.
    30 EUR
    Samenvatting

  • Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 171, 2005, 429 p., 1 ill.
    Naast het administratieve gedeelte (vergaderingen gehouden in 2004 en verslag van het jaar 2003), telt dit volume zes wetenschappelijke bijdragen:
    • Véronique FLAMMANG, Le dénombrement de la seigneurie de Hallines (comté d’Artois) en 1440s, p. 5-40. Dit perkament is 2,65 m lang en beschrijft nauwgezet de uiterst complexe juridische en landbouwkundige situaties die kunnen voorkomen binnen een zelfs bescheiden heerlijkheid zoals dit plaatsje in het Pas-de-Calais. De editie van dit enige bekende exemplaar van de tekst is des te meer verantwoord, daar de gemeente Halluin (arrondissement Rijsel), waar het vandaag wordt bewaard, heeft beslist afstand te doen van het stuk. Een index van de persoons- en plaatsnamen maakt de raadpleging van deze studie er heel wat makkelijker op.

    • Jean-Marie CAUCHIES, De la « régenterie » à l’autonomie. Deux ordonnances de cour et de gouvernement de Maximilien et Philippe le Beau (1495), p. 41-88, is werkelijk een voorbeeld van editie. Beide teksten beschrijven de formele structuur van de omgeving van aartshertog Filips. Ze getuigen vooral van het streven naar zelfstandigheid van een zoon ten opzichte van zijn vader en van de weerstand van deze laatste.

    • Monique WEIS, Du baume diplomatique sur les ravages de la guerre. La correspondance échangée entre le duc d’Albe et le duc de Clèves en 1568, p . 89-134, bevat de editie van twintig brieven in oud-Duits die het Algemeen Rijksarchief in Brussel bewaart in het fonds van de Duitse Staatssecretarie. De regesten bevorderen een doorgedreven gebruik van de teksten, ondanks de taalmoeilijkheden. In de lente van 1568, tijdens de opstand van de Nederlanden, verwoestten de troepen van de hertog van Alva het hertogdom Kleef en het bisdom Münster. De oorlogsschade in deze gebieden, die geen oorlog voerden, was aanzienlijk en de bevolking werd er zwaar op de proef gesteld. Willem V van Kleef maakte hierover zijn beklag bij de gouverneur-generaal. In de briefwisseling lezen we ook dat de hertog zorgde voor de opvang van vluchtelingen, politieke ballingen of onruststokers. Ze geeft ook toelichting bij het beleid van Willem V op godsdienstig vlak, dat lange tijd dubbelzinnig was. De antwoorden op de klachten blijven vrij ontwijkend.

    • Violet SOEN, Een vredesgezant worstelt met de Pacificatie van Gent. De vreemde wendingen van de vredesmissie in de Nederlanden van Jan van Noircarmes, baron van Selles (1577-1580), p. 135-193, publiceert tien brieven en een memorandum, in het Frans of het Spaans, afkomstig uit de archieven van Brussel en Simancas, aangevuld met een index van persoonsnamen. Dankzij deze documenten kunnen we van nabij het verloop volgen van de moeilijke diplomatieke missie die werd toevertrouwd aan deze edelman uit Artesië, kapitein-generaal van de wacht aan het hof in Madrid. De baron van Selles kreeg de opdracht de Nederlanden terug te brengen op het rechte politieke en religieuze pad. Zijn komst sloot aan bij het plan om Margareta van Parma als bemiddelaarster naar de Nederlanden te sturen. De geïmproviseerde magistraat, die in het zoeken naar een geschikte oplossing te maken kreeg met protagonisten die wegens hun eisen moeilijk nader tot elkaar konden worden gebracht, nam het ene ongelukkige initiatief na het andere en handelde op eigen houtje. Zijn missie was duidelijk een mislukking. Toch kwam hij opnieuw boven water, met al even weinig succes, naar aanleiding van de Unie van Atrecht. Na de verzoening van de Waalse provincies kende hij ook in zijn militaire loopbaan geen succes en hij overleed in gevangenschap.

    • Guy THEWES, Un territoire indéfendable? L’état des forteresses aux Pays-Bas autrichiens en 1725 d’après un mémoire élaboré sous la direction du comte de Daun, p. 193-271. Karel VI, vastbesloten om de Nederlanden te behouden, moest passende maatregelen nemen om deze gebieden te beschermen. In 1716 bleek een hervorming van het leger noodzakelijk. Het netwerk van forten was een belangrijk element om ze te beschermen. Bijgevolg werd niet alleen het aantal manschappen geteld, maar werd ook een onderzoek gevoerd naar de staat van de forten die de Oostenrijkers hadden overgenomen, met uitzondering van de Barrièresteden. Het besluit van het onderzoek, een lang anoniem verslag, werd opgesteld op grond van de antwoorden van de gouverneurs of officieren van de hoofdkwartieren in de verschillende steden. Het heeft betrekking op ongeveer dertig installaties. Eén exemplaar wordt bewaard in het Algemeen Rijksarchief in Brussel, een ander in het Kriegsarchiv in Wenen. Terwijl de leiding van het onderzoek in handen was van de waarnemende gouverneur-generaal, kan de uitvoering zijn toevertrouwd aan graaf Eugène Hyacinthe de Lannoy, kolonel-eigenaar van een Waals infanterieregiment. Het document stelt een balans voor van de sterke en de zwakke punten van het netwerk van forten in de Nederlanden, telkens met het aantal artilleriestukken, de voorraad oorlogsmunitie, pionierswerktuigen, de onderhoudskosten en de raming van het bedrag van de noodzakelijke investeringen.
      G. Thewes heeft lange uittreksels van dit lijvige handschrift uitgegeven: de algemene inleiding, de verslagen over de forten van Luxemburg en Oostende, over de citadel van Antwerpen met de forten die ervan afhangen en, tot slot, het ‘algemene overzicht’ of samenvattende tabel. De uitgave wordt verrijkt met een bijzonder nuttig lexicon van de vele technische termen en met een index van persoons- en plaatsnamen.

    • A.S. NAMAZOVA, Guide des documents relatifs à l’histoire de Belgique conservés dans les archives des institutions publiques de Moscou (1778-1940), p. 243-370. De tekst van deze handleiding die volledig werd herzien door mevrouw Françoise Thomas, wetenschappelijk medewerkster aan de Académie royale de Belgique, wijkt sterk af van de versie die mevrouw Namazova in 2004 in een beperkte oplage en onder dezelfde titel, in het Russisch en het Frans, publiceerde. De inventaris geeft een overzicht van de documenten over België die worden bewaard in de belangrijkste archieven in Moskou: het archief over het buitenlands beleid van het Russische Keizerrijk (AVPRI), het Rijksarchief van de Russische Federatie (GARF), het archief van de sociaal-politieke geschiedenis van Rusland (RGASPI), het militair staatsarchief van Rusland (RGVA), het archief voor militaire geschiedenis van Rusland (RGVIA), het archief voor literatuur en kunstgeschiedenis van Rusland (RGALI), de verzamelingen van het Centraal Rijksmuseum van de muziekcultuur ‘M.I. Glinka’ (TSMMKG) en van het departement Handschriften van de Staatsbibliotheek van Rusland. De inhoud is bijzonder verscheiden, gaande van opmerkingen van de Russische consul in Oostende over het uitbreken van de Brabantse Omwenteling tot het archief van het parket van het Krijgsauditoraat voor de jaren 1866 tot 1940. Tal van fondsen hebben betrekking op Belgische ondernemingen in Rusland vóór de Revolutie, op internationale of private organisaties, kranten- en tijdschriftredacties, groeperingen van vrijmetselaars en ook op individuen. De grote rijkdom van deze archieven is gemakkelijk af te meten aan de hand van de index van persoonsnamen die Françoise Thomas heeft opgesteld. Deze index bevat bijna vierhonderd namen van politici, diplomaten en academici, evenals van zakenlieden, schrijvers en journalisten.

    Jaarlijks abonnement: 32 EUR

  • A58.
    Willem Pieter BLOCKMANS met medewerking van Justine SMITHUIS, Handelingen van de Leden en van de Staten van Vlaanderen, Regering van Filips de Goede (1419-1467). Excerpten uit de rekeningen van steden en kasselrijen en van de vorstelijke administratie, deel III, Overzichtstabellen en Indices, Brussel, 152 p.
    30 EUR
    Samenvatting

  • A75.
    Godfried CROENEN, De oorkonden van de familie Berthout, 1212-1425, Brussel, lXXXII -579 p.
    70 EUR
    Samenvatting

  • C13. herdruk van A55
    M.-A. ARNOULD, Les dénombrements de foyers dans le comté de Hainaut (XIVe - XVIe siècles).
    40 EUR
    Samenvatting

Top van de pagina